top of page
  • Redactie

Soms is alleen je hand geven al genoeg

Bijgewerkt op: 16 mrt. 2023

In deze 11e editie van onze campagne 52 tinten zilvergrijs portretteren we Janny Broos (67 jaar). Dit keer geen zilvergrijs koppie, maar een rood koppie. “Allemaal potjeswerk – ga echt nog niet voor grijs, dan voel ik me zo oud”. Janny’s agenda past bij haar haarkleur blijkt al snel in het gesprek.

Ze werkt al vijftien jaar bij tanteLouise. Eerst als betalend kracht en sinds haar pensioen in oktober als vrijwilliger. Ze begon daar ‘in de poets’ en deed daarna diverse opleidingen tot helpende, verzorgende en tot slot verpleegkundige. Ze werkte ook even als leidinggevende, maar vond dat niks en wilde graag terug aan het bed. Ze woont alleen in Steenbergen en heeft sinds 12 jaar een LAT-relatie met Leo. Net als zij is ook hij vrijwilliger bij tanteLouise. Janny heeft een dochter van 42, die in Zuid-Limburg woont en ze daardoor niet veel ziet. Mensen met dementie hebben haar hart. Waarom? Ze eisen niet zoveel, misschien minder dan mensen met somatische klachten, hoewel ze dat zelf ook een beetje gek vindt klinken. Zo kookt Janny elke dinsdag voor acht mensen bij locatie Hof van Nassau van tanteLouise. Vorige week was de vis niet gaar. De ene helft moppert; de andere zegt ‘dat geeft toch niet zuster’. Hoe moeilijker de groep en mensen daarbinnen, hoe meer Janny zich als een vis in het water voelt. Vaak schroomt men mensen met onbegrepen gedrag. Janny deinst er niet voor terug. “Pas als ik een klap krijg”. Janny benadert ze met respect. Wij begrijpen ze misschien niet, maar zij zichzelf ook niet. Bovendien: zie jij jezelf al zitten met zes vreemde mensen om je heen? Er wordt jou niet gevraagd of je die anderen aardig vindt. Onderdeel van haar respectvolle benadering is dat ze altijd op gelijke hoogte met ze praat; “niet erover (gebogen) praten, maar ertegen praten”. Janny vroeg dan ook een zadelkruk aan bij tanteLouise om dit te voorkomen.


Janny verstaat de kunst te midden van onrust de rust te bewaren. Dat begint voor Janny al bij het ochtendtafereel; niet meteen het knallicht aan doen. Dat willen wij zelf toch ook niet? Dus: deur zachtjes opendoen, voorzichtig tegemoet treden en goed kijken hoe het ervoor staat. Medicijnen kunnen ook prima zonder het felle licht worden gegeven. Muziekje op de achtergrond, bij voorkeur rustige klassieke muziek. Hollandse muziek komt later op de dag. De rust van de ochtend werkt heel de dag door; een goed begin is het halve werk voor Janny. We eisen soms zoveel van mensen vindt zij. Iedereen moet aan tafel komen, netjes eten, kleren niet vies maken. ”Waarom moeten mensen per se met mes en vork eten, of waarom moeten mensen per se om 9 uur klaar en gewassen zijn?”



Naast het werken met ouderen, bij tanteLouise maar ook bij de VPTZ (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland), werkt Janny ook graag met de jeugd. Al zo’n 30 jaar doet ze dat bij het jeugdwerk. Elke week organiseert ze daar activiteiten voor groepen jongeren. Knutselen, playback shows en logeerpartijen. Twee keer in de week is ze daar te vinden. Om half 1 gaat ze ernaartoe om alles rustig voor te bereiden. Dat doet ze graag alleen; “dan doe ik het op mijn manier”. Dan gaat ze huiswaarts om vervolgens 5 uur weer er te zijn voor de activiteit die half 7 start. Om half 9 komt ze veelal moe maar voldaan thuis. Haar rug, die niet in orde is, is dan hard toe aan rust.


Eigenlijk vindt Janny dat iedereen vrijwilligerswerk zou moeten doen, onze maatschappij draait erop. Mensen een cadeautje geven. Die cadeautjes zijn voor iedereen; mensen met een laag of hoog inkomen. “We hebben in het jeugdwerk gezinnen gehad waarbij maar één kind kon komen, meer geld hadden ze niet”. Janny wordt fel als ze erover spreekt. Het is zoals ze het zelf zegt echt haar achilleshiel. Wanneer ze ervan hoort dat iemand niet kan komen vanwege het geld, strijdt ze ervoor dat het met gesloten beurzen toch kan. Ze heeft het van haar moeder denkt ze, die voelde zich vroeger het buitenbeentje toen opa als boer sommige winters te weinig geld verdiende en haar moeder daardoor ‘sokken van de steun’ moest dragen.


Vrijwilligerswerk bij jong of oud vindt Janny in essentie niet heel anders. “Jong of oud… je moet luisteren naar hen. Iets kunnen betekenen voor een ander. Luisteren naar hun levensverhaal en even praten met ze, jongeren hebben dat net zo goed nodig. Soms is alleen je handen geven, heel letterlijk, al genoeg.”

Het geeft Janny enorm veel voldoening. Ouderen die haar waarschuwen als ze heeft gekookt ‘Ik eet niet zoveel hoor zuster’. “En dat het bordje dan toch leeg gaat, super, ik vind het geweldig. Ze horen genieten als ze aan het eten zijn.” Of wanneer bij binnenkomst de neuzen al omhoog gaan, zoekend naar de geur van het eten. Het tovert een lach op Janny’s gezicht.


Dit interview maakt onderdeel uit van de campagne"52 tinten zilvergrijs". Hanna van Dijk interviewde in deze editie Janny Broos.




201 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page